Today’s word is – altijd – always
Here are some useful examples
Hij maakt me altijd aan het lachen
He always makes me laugh
Dat doet ze altijd.
She always does that
De hond wil altijd apporteren
The dog always wants to fetch
Het is altijd een goed moment voor tee
It is always a good time for tee
Je kunt altijd op me rekenen.
You can always rely on me
Oma trekt altijd gekke gezichten
Granny is always making funny faces
Can you think of more examples? Let us know in the comments below